de verbazing van het noorden

DE VERBAZING VORMT EEN NIEUW BEGIN

Door Eric Bos

De aartsvader van de Noordelijke Figuratie, Diederik Kraaijpoel, is in november 80 jaar geworden (zie Klassieke Berichten dec. 2008). Dat werd bij de Klassieke Academie op passende wijze gevierd. Een hommage aan Diederik leek ook de representatieve overzichtstentoonstelling van de Figuratie in het Noorden te zijn, die vanaf 4 december in de zalen van het Oude Groninger Museum te zien was. Maar dat is toeval. De Verbazing van het Noorden, zoals de tentoonstelling werd genoemd, werd door de Klassieke Academie bedacht omdat de zes grote expositiezalen van het museum gehuurd konden worden, voordat het gebouw in andere handen overgaat. In dat opzicht wil De Verbazing tevens laten zien hoe ideaal het gebouw is voor de functie waarvoor het in 1894 speciaal gebouwd werd: als museum.

 


Het Oude Groninger Museum (foto: Groninger Museum)

Het verhaal van De Verbazing in het Noorden is tweeledig. Allereerst greep de Klassieke Academie onmiddellijk de geboden kans om het eerste overzicht van hedendaagse figuratieve kunstenaars uit de provincies Friesland, Drenthe en Groningen te organiseren. Ten tweede vormt het de afsluiting van een lange geschiedenis van het Oude Groninger Museum als museumgebouw. Dat begon ooit met een expositie van collecties van het Kunstlievend Genootschap Pictura, waaruit het Oude Groninger Museum voortkwam. Daarna kreeg het museum kleur, betekenis en een internationale uitstraling door het vernieuwende beleid van museumdirecteuren als Jos de Gruyter, Bram Westers en Frans Haks. Als er in deze tijd met verstand van zaken en voortschrijdend inzicht gehandeld wordt, is De Verbazing het begin van een nieuwe geschiedenis van het museum als onderkomen voor spraakmakende, regionale exposities en voor de zwervende, deels in depots opgeslagen unieke collecties die bij de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit traditioneel op te weinig interesse kunnen rekenen. Na het Scheepvaartmuseum, dat volledig op zijn plaats is in het bijzondere Middeleeuwse pand aan de Brugstraat, kan een actief en levendig Oude Groninger Museum door zijn historische architectuur het tweede juweeltje van de stad vormen.

De Verbazing van het Noorden is de verbazing die er bij je opkomt als je beseft dat in dit land de hoogste kwaliteit op het gebied van figuratieve kunst in het Noorden aanwezig is, met name in stad en provincie Groningen. Met figuratie denken we niet alleen aan de schilders van het schone detail, zoals Henk Helmantel, die als Beste kunstenaar van het jaar 2008 met zijn werk op de tentoonstelling aanwezig is, maar ook aan meer expressionistisch werkende kunstenaars als Douwe Elias en Dinie Bogaart uit Friesland of Gerard van de Weerd uit Drenthe. Ook de semi-abstracte voorstellingen van Xandra Donders, Ruud de Rode en Gouke Notebomer uit Groningen zijn figuratief, omdat ze de realiteit om ons heen als vertrekpunt nemen. En tenslotte is er de Verbeelding, de fantastische kunst, het hedendaagse Symbolisme dat in deze tijd als tak van de figuratie een grote bloei doormaakt en dat we terugzien bij kunstenaars als Rein Pol, Olga Wiese, Stefan Bus en Ralph Douglas. Al deze stijlen binnen de figuratie zijn op De Verbazing verenigd, ook in het beeldhouwwerk zoals de beelden en sculpturen van Eddy Roos, Jan Steen, Jon Gardella of Anita Franken, om slechts enkele te noemen.


De opening van de Verbazing

Kwaliteit

De tentoonstelling was tevens een actuele tentoonstelling, al het getoonde werk was afkomstig van kunstenaars die op dit moment werkzaam zijn, zowel de jonge als de stokoude, maar consequent is gekozen voor kwaliteit, al valt over dit lastige begrip eindeloos te discussiëren. De een vindt een goed concept het enige kwaliteitscriterium, de ander een van ambachtelijkheid en technische beheersing getuigend stilleven of landschap. Wat dat betreft is het veelzeggend dat een aantal exposanten docent is bij zowel de Klassieke Academie als de Kunstacademie Minerva.

Neogotisch

Het oude Groninger Museum werd in 1894 geopend, nadat een aantal weldenkende Groninger burgers architect Cornelis Peters in de arm had genomen, een getalenteerde leerling van de grote bouwmeester P. J. H. Cuypers. Cornelis Peters (1847-1932) ontwierp het Groninger Museum in de indertijd populaire, neogotisch stijl, zoals hij ook het Groningse Hoofdpostkantoor en het Amsterdamse Hoofdpostkantoor aan de Nieuwe Zijds had ontworpen. Alle stijlelementen uit deze gebouwen zijn verenigd in het Groninger Museum, waarin zich bovendien nog steeds de bijzonder fraaie neogotische zaal bevindt, die ooit de naam Josef Israëlszaal droeg.

De zalen zien er, na het vertrek van het in het gebouw gehuisveste Natuurmuseum, weer uit alsof ze zojuist zijn opgeleverd. Vooral de vorstelijke Mesdagzaal met daglichtkoepel, toont haar historische glorie. Het is het soort museumzalen waarin elke kunstminnaar wil ronddwalen en kunnen zich meten met de beroemde zalen van Pulchri in Den Haag. De stad Groningen kan er terecht trots op zijn, over zo'n fraai, goed onderhouden en riant museumgebouw te beschikken dat niet gebaat is bij één grote, statische collectie, maar met een dynamisch, voor publiek, kunstacademiestudenten en scholieren aantrekkelijk tentoonstellingsbeleid.


Een van de grote daglichtzalen van het museum (foto: Natalja Oosterbaan)

Keuze

De Klassieke Academie was dan ook buitengewoon blij dat deze zalen voor de tentoonstelling in gebruik konden worden genomen. Omdat de academie pas begin oktober van deze mogelijkheid hoorde, was alles op alles gezet om in de kortst mogelijk tijd een complete overzichtstentoonstelling uit de grond te stampen, waarover men in de academie zelf verbaasd stond.


Tom Hageman en Eric Bos in de schoongemaakte koepelzaal (foto: Fleur Martelhof)

Ondanks de riante zes tentoonstellingszalen is het aantal kunstenaars in het Noorden dat binnen de selectiecriteria viel, vele malen groter dan geborgen kon worden. Dat betekende dat er niet alleen een keuze moest worden gemaakt op kwaliteit, maar tevens op het maximale aantal te bergen deelnemers. De kunstenaars die werden aangeschreven waren degenen die in zo korte tijd door de organisatie konden worden bedacht. Een poging om bijvoorbeeld via het CBK Groningen een representatief overzicht en een adressenbestand te krijgen, strandde omdat het CBK dat weigerde. Zo was het dus een spontaan overzicht geworden, een actietentoonstelling van het zuiverste water, zonder middelen of financiën, alleen met de grootst mogelijk ondersteuning van het beheerdersteam van het Oude Groninger Museum. De deelname werd door de uitgenodigde kunstenaars zelf betaald. Omdat De Verbazing van het Noorden een succes is geworden, houdt niets de Klassieke Academie tegen om een vervolg te organiseren. De spontane en enthousiaste reacties van mensen uit de politiek en de museumwereld in het Noorden bij de vraag of ze in het Comité van Aanbeveling wilden plaatsnemen, geeft voldoende optimisme voor de toekomst. De Verbazing II komt er aan.